Het is vrijdag 14 september. We staan onwezenlijk vroeg op om de laatste zaken te regelen om ons huis goed achter te laten, De verdedigingslinie (aluminiumfolie, azijn, Spaanse peper, lege waterflessen en citroenluchtver- spreiders) tegen de poepende kat wordt opgeruimd. Deze week heeft het gewerkt, maar benieuwd hoe het er over twee weken uit zal zien. Veel te veel bagage wordt de trap opgesleept naar de straat waar de bus ons zal komen ophalen.
Het lijkt een dichte bus, maar dat is gezichtsbedrog. Van binnen kun je prima naar buiten kijken. De chauffeur heeft de bank met vier plaatsen ach- terin weggehaald om zo meer plaats te creëren voor de bagage. En route!
We lopen al snel in de fuik van de verkeerspolitie. De oudste agent stelt ons gerust als hij in de bus kijkt. "Welcome, no problem, traffic control". Dan blijkt er toch iets mis te zijn. De bus voldoet niet aan de technische beschrij- ving die bij de traffic police bekend is. Er zijn namelijk vier stoelen te weinig! En dat is een ernstige zaak. Op welke manier de afwezigheid van 4 stoelen in een bus, of welk voertuig dan ook (OK buiten de stoel van de bestuurder dan) een probleem kan zijn, ontgaat ons volledig. Maar de wet moet wor- den gehandhaafd, anders zou het een zootje worden natuurlijk: 108 TL, basta!
De eerste stop is in Serinhisar, koel riviertje, alwaar we de specialiteit, kik- kererwten in een jasje van wat je je maar kunt bedenken, gaan bekijken en even koffie of thee drinken. We stoppen bij een zaak waar nog heel wat meer te zien is, maar ook deze noten, waarvan wij het Turkse koffie omhul- sel en die met mokka het lekkerst vinden. Toffie is blij dat hij even de bus uit kan, maar poepen? No way!
De nootjes zijn verrassend lekker en lang niet zo hard als wij verwachtten. In de bus wordt het een vrolijke boel als blijkt dat Toffie voortdurend wind-
jes laat met een indrukwekkende geur. Voor in de bus, waar de lucht naar- toe lijkt te trekken wordt daar hartelijk om gelachen, maar de ramen gaan direct wijd open en de geur van Kölnisch Wasser vermengt zich met de rond Toffie opstijgende dampen tot een meurende vorm van lachgas.
De tweede stop is in Söğüt, populier, een stad die overigens de eerste hoofdstad was van het Ottomaanse Rijk. We lunchen en eten onder andere lamsvlees dat op traditionele wijze is klaargemaakt in de oven (een surro- gaat voor het stoven in klei onder de grond)
Van daar naar het immense vliegveld van Antalya, waar het ophalen van mensen schier onmogelijk wordt gemaakt door de aankomst gates uitslui- tend toegankelijk te maken voor vergunninghouders. Er is enige vertraging. De koffer van Willem is niet meegekomen. Hoe gaan we dat oplossen?
Op naar het hotel in Antalya. Door een wirwar van straten met eenrichting verkeer komen we in de oude stad. In dit doolhof wordt uiteindelijk met vereende krachten het hotel gevonden. Als ik zelf had moeten rijden, had- den ze me kunnen afvoeren, maar onze chauffeur sloeg zich er kranig door- heen en ikzelf voelde een weldadige rust tijdens het af en toe opgewonden gedoe.
Niet eerst naar de kamer, maar naar de tuin om een wijntje en een biertje te pakken. Voor ons zou het diner te laat worden, zodat we samen uit eten zijn gegaan. (fotos volgen later, verslag van dries)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten